Heer Frits Von Kartoffel had geen last van angst
En ging met een roeiboot op nijlpaardenvangst
Maar hij kreeg geen nijlpaard te zien op de Rijn
Daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn, allé aiai allé ohoh
Jan Janssens z'n hoofd werd nog roder dan bloed
De dokter verscheen, onderzocht hem heel goed
Hij zei 'maar uw hemd is vijf maten te klein'
Daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn, allé allé ohohoh
Er woonde in Brussel een restaurateur
Hij lag in een bloedplas op straat voor z'n deur
Hij kroop in de dakgoot op zoek naar konijn
Oh, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn, allé aiai allé
Jan Kladder de schilder kon drinken voor zes
En pakte des 's nachts in het donker een fles
Maar hij nam bij vergissing een fles terpentijn
Oh, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn, allé allé ohohoh aiai
De griep van professor Verstrooid sloeg in 't kwaad
Hij nam voor het slapengaan zangvogelzaad
Maar gaf z'n kanarie een glas warme wijn
Oh, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn, ohohoh oeioeioei ohoh
Een voetbalvereniging zocht een portier
En legde de hand op een ouwe tuinier
Hij plantte spinazie op het voetbalterrein
Oh, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn, jaja ohohoh
Taken from AlbumSongAndLyrics.comEr zijn van die dagen dat ik niks meer weet
Ik stond in 't station op een trein die wegreed
'Toetoet' zei m'n vrouw en ik kuste de trein
Oh, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn
Allé, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn
Oh, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn
Oh, daar moet ge nu toch ne stomme ezel voor zijn